A voorbereiding

1. Kies in het hoofdmenu RECUR
2. Kies F3 (TYPE)

   Je kunt kiezen uit:

   • F1 directe formule : rangnummerformule
   • F2 recursievergelijking met één stap
   • F3 recursievergelijking met twee stappen

1. Type achter a_n: de formule, bijv. 4 × 2^n-1 +5
   Gebruik voor de n F4 en gebruik haakjes ! 4 × 2 ^ ( F4 - 1 ) + 5 EXE
   {Typ eventueel achter b_n een formule voor een andere rij }
2. Kies F5 (RANGE) Kies de startwaarde voor n (meestal 1)

   Kies de eindwaarde voor n (bijv. 10) en druk op EXE

3. Kies F6 (TABEL) of druk op EXE

   Je kunt nu de tabel bekijken:

   Op de onderste regel staat bijv. 10 2053

4. Met F1(FORM) ga je weer terug naar de formule pagina

   opmerking: Op het scherm staat Recursion , dat is hier ten onrechte.

Dit is o.a. goed te gebruiken bij I-3 van hoofstuk 10 (MW deel A1-1)

1. Type achter a_n+1 de eerste formule, bijv: a_n +3 b_n
   Gebruik voor a_n en b_n F4 (na_n) ; F4 F2 + 3 x F3 EXE

Type achter b_n+1 de tweede formule, bijv: b_n +3 a_n F4 F3 + 3 x F2 EXE
2. Kies F5 (RANGE)
   Kies de startwaarde voor n[+1] (meestal 1)
   Kies de eindwaarde voor n[+1] (bijv. 10)
   Kies de startwaarde voor a₁ (bijv. 1)
   Kies de startwaarde voor b₁ (bijv. 0) en druk op EXE
3. Kies F6 (TABEL) of druk op EXE
   Je kunt nu de tabel bekijken:
   Op de onderste regel staat bijv. 10 130816 131328
4. Met F1(FORM) ga je weer terug naar de formule pagina

   opmerking: De CASIO gebruikt een notatie met n+1 en n.
   Moderne Wiskunde gebruikt n en n-1

Dit is o.a. goed te gebruiken bij de reeks van Fibonacci 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, ...

1. Type achter a_n+2 de formule: bijv. a_n+1 + a_n Gebruik voor a_n+1 en a_n F4 (na_n) : F4 F3 + F2 EXE
2. Kies F5 (RANGE)
3. Kies de startwaarde voor n[+2] (bijv 1)
   Kies de eindwaarde voor n[+2] (bijv. 10)
   Kies de startwaarde voor a₁ (bijv. 1)
   Kies de startwaarde voor a₂ (bijv. 1) en druk op EXE

4. Kies F6 (TABEL) of druk op EXE Je kunt nu de tabel bekijken: Op de onderste regel staat bijv. 10 89

opmerking: De CASIO gebruikt een notatie met n+2, n+1 en n.
Ook wordt veel gebruikt: n, n-1 en n-2, of n+1, n en n-1

Als a_n een rij is (bijv. gegeven door de rangnummerformule 5 ^. 0,95^n-1), is het met een paar kunstgrepen mogelijk ervoor te zorgen dat b_n de verschilrij wordt.

1. Kies als type F2
2. Typ achter a_n+1 : 5 ^. 0,95ⁿ : {n is één minder dan n+1 !) 5 x 0.95 ^ F4 F1 EXE
   Typ achter b_n+1 : 5 ^. 0,95ⁿ - a_n : 5 x 0.95 ^ F4 F1 - F2 EXE
3. Kies F5 (RANGE)
   Kies de startwaarde voor n[+1] (meestal 1)
   Kies de eindwaarde voor n[+1] (bijv. 10)
   Kies de startwaarde voor a {5 x 0,95⁰ = 5 } en druk op EXE
4. Kies F6 (TABEL) of druk op EXE

F som van een rij

Je kunt je rekenmachine zo instellen dat je in een tabel niet alleen (bijv.) term nummer 10 kunt aflezen, maar ook de som van de eerste 10 termen.
Het enige wat je moet doen is S Display aan zetten (via SETUP).

Als je een rangnummerformule hebt kun je van elke rij (rekenkundig, meetkundig of anders) elke som direct berekenen: [zie eventueel ook: User's Guide blz.65]

1. Kies in het hoofdmenu RUN
2. Druk op OPTION
3. Kies F4 (CALC) F6 {vervolgmenu} F3 (å( )
4. Typ de rangnummerformule in, bijv: n² : ALPHA 8 x²
5. Type een komma en de variabele die je gebruikt: n , ALPHA 8
6. Typ een komma en de het begin nummer, bijv. , 10
7. Typ een komma en de het eindnummer, bijv. , 19
8. typ een sluithaakje en druk op EXE ) EXE
   Je leest af : å(N²,N,10,19) is 2185
   Dus 10² + 11² + .... + 19² = 2185