CASIO CFX-9850G PLUS  Hellingen e.d.

A Helling, afgeleide, differentiaalquotient in een bepaald punt.
Wanneer je de helling van een functie (bijv. y = Öx)in een bepaald punt (bijv. voor x=9) wilt berekenen kun je in het RUN-menu intypen:
1     OPTN     F4(CALC)     F2 (d/dx)
                            Op het scherm staat dan : d/dx(
2      Ö    X     ,    9      ) EXE
                            Op het scherm staat:  d/dx(ÖX,9) en het antwoord: 0,166665
 

B Tabel met hellingen
0     Kies het TABLE -menu
1    Ga met SETUP na of Derivative On staat.
2    Typ (zo nodig) het functievoorschrift (bijv. achter Y1=)
3    Kies met F5 het goede domein (RANGE)
4    Druk op F6 of EXE
            Je krijgt dan een tabel met de functiewaarden (Y) en de hellingen (Y')
 

C Hellinggrafiek, grafiek van de afgeleide
0     Kies het GRAPH-menu
1     Typ (zo nodig) het functievoorschrift (bijv. achter Y1=)
2     Typ OPTN   F2 (CALC) F1 (d/dx)
            Op het scherm staat dan : d/dx(
3     Typ (bijv. achter Y2=) :     VARS F4(GRPH) F1(Y)     1      ,      X   )     EXE
                Op het scherm staat dan: Y2=d/dx(Y1,X)
4     Kies met F4(COLR) eventueel twee verschillende kleuren voor Y1 en Y2
5     Zorg voor het juiste View Window (met SHIFT F3 )
6     Druk op F6 of EXE en je ziet (normaal gesproken) beide grafieken.

Opmerking: Je kunt de oorspronkelijke grafiek 'uitzetten' door op het functievoorschrift te staan en dan op F1 (SEL) te drukken. Op de zelfde manier kun je hem weer 'aanzetten'. Als er een blokje om het = teken staat wordt de grafiek getekend.

D Gemiddelde toename (differentiequotiënt)
Met behulp van OPTN  F4(CALC) F2 (d/dx)
is het ook mogelijk een gemiddelde toename te laten berekenen, alleen moet er wel een handigheidje toegepast worden.
Als je de gemiddeld toename (gemiddelde helling) van een of andere functie
(bijv. functie y = 4x - x2) wilt berekenen voor het interval [4; 4,1] Kun je volgende doen:
0     Kies het RUN menu
1     Typ OPTN   F4(CALC) F2 (d/dx)
            Op het scherm staat dan : d/dx(
2     Typ het functievoorschrift
                of roep het op met VARS F4(GRPH) F1(Y)
3     Typ     ,    4 . 0 5    ,       0,05   )       EXE
        Je neemt dus het midden van het interval, en daarachter de helft van  Dx
            Op het scherm staat dan (bijv.) d/dx(Y1,4.05,.05) ,    en het antwoord:  -4,1